Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
A. SAUVAGE – architect – 1929
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2017
id
Urban : 37668
Beschrijving
Burgerhuis in
art-decostijl, n.o.v. architect A. Sauvage, 1929.
Halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de zijkant. Gevel in baksteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met hardstenen elementen. Muuropeningen met afgeschuinde bovenhoeken. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken, thans bekleed met pvc, net als de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.
Aan de laan, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door een trapezoïdale erker onder een plat dak voor een geprofileerde achtergrond. Opengewerkte centrale borstwering met volutenmotief. Hoek versierd met groeven.
Op de zijgevel, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inspringende geprofileerde omlijsting. Uitspringende rechthoekige toegangsportiek op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) als voorbouw, die in 1971 aan het zicht werd onttrokken door een groot bijgebouw dat de achterzijde van het perceel inneemt.
Oorspronkelijk, gemetselde omheining met een houten ingang, waarvan enkel het linkerdeel is bewaard.
Halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de zijkant. Gevel in baksteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met hardstenen elementen. Muuropeningen met afgeschuinde bovenhoeken. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken, thans bekleed met pvc, net als de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.
Aan de laan, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door een trapezoïdale erker onder een plat dak voor een geprofileerde achtergrond. Opengewerkte centrale borstwering met volutenmotief. Hoek versierd met groeven.
Op de zijgevel, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inspringende geprofileerde omlijsting. Uitspringende rechthoekige toegangsportiek op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) als voorbouw, die in 1971 aan het zicht werd onttrokken door een groot bijgebouw dat de achterzijde van het perceel inneemt.
Oorspronkelijk, gemetselde omheining met een houten ingang, waarvan enkel het linkerdeel is bewaard.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 39062 (1929), 82214 (1971).