Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

P.B. DE WILDEarchitect1956

Stijlen

Regionalisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38472
lees meer

Beschrijving

Vrijstaande villa in pittoreske stijl, n.o.v. architect P. B. de Wilde, 1956.

Gebouw van twee bouwlagen, de tweede onder asymmetrisch zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met ingesnoerde dakgoten. Gevels in witgeschilderde baksteen met breuksteen van Naamse hardsteen op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., de onderdorpels en de deuromlijsting. Uitkragend pannendak op houten kraagstenen.
Aan straatzijde, asymmetrische puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. geflankeerd door afgeschuinde pilasters die steunberen vormen, met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de deur flankeren, vergezeld van een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren traliewerk. Boven de ingang, lang Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met houten platform op talrijke consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in hetzelfde materiaal, met een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van onregelmatige houten planken, gevolgd door een drielicht met luiken. Geveltop, met klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., bekleed met onregelmatige, gedeeltelijk over elkaar liggende houten planken.
Op elke zijgevel, brede klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak. met eenzelfde beplanking. Op de linkergevel, uitspringend gedeelte aan straatzijde, met daarin de keuken. Op de rechtergevel, hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met garage-ingang. Op de achtergevel, imposante centrale schoorsteenkoker.
Luiken van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping verwijderd. Oorspronkelijke deur met getralied raam. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met vervangen roedeverdeling.

Binnen, rechthoekige hal met links de keuken, rechts een L-vormige “studio-living” met haard achteraan, en in het midden de eetkamer. Op de verdieping, drielicht dat het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht, kleine “studio” en een slaapkamer. Twee andere kamers achteraan. Bad en toilet boven de keuken.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 69220 (1956).