Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

J. BALarchitect1932

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35886
lees meer

Beschrijving

Halfvrijstaande villa met twee woningen met art deco-inslag, naar ontwerp van architect J. Bal, 1932.

Gebouw van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in oranjekleurige baksteen, versierd met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. (thans beschilderd) en met Tirolerpleisterkalk op het hoofdgestel. Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van graniet.
Straatgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste met garage-ingang onder een trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van twee bouwlagen, de tweede onder een gemetselde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. in het gevelvlak. Op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., boogvormige uitbouw met drie monelen onder een gemetselde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die op de rechtertravee doorloopt. Hij wordt bekroond door een terras voor een T-vormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten en smeedijzeren traliewerk met geometrisch decor. Achter een trap (vervangen in 1965), laatste, inspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met de toegang onder een geprofileerde rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Op de verdieping, voorstevenvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het trappenhuis op geprofileerde bakstenen consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder een bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in het traveevlak. Drie houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met eivormig kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen..
Op de zijgevel, smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die de hallen verlicht, met achteraan een uitsprong met geronde hoek voorzien van smalle vensters met moneelStenen vensterstijl. die de keukens verlichten. Oorspronkelijke houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk grotendeels bewaard; deur met oculus met loodstrips, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de verdiepingen met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling rond gehamerd glas, hier en daar met glas-in-lood.
Achtergebouw verhoogd in 1933.
Afsluiting van het voortuintje verwijderd.

Binnen, één woning per bouwlaag. Eetkamer links, rookkamer in het midden. Twee kamers, met toilet en badkamer (in bijgebouw), en keuken achteraan.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 39266 (1932), 42050 (1933), 78750 (1965).