Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1936-1939

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38487
lees meer

Beschrijving

Opbrengstpand in art decostijl en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., wellicht gebouwd eind jaren 1930.

Gevel in baksteen in gele tinten met beklemtoonde horizontale voegen en versierd met witsteen en hardsteen. Elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. enkel op de verdiepingen; de traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) doorbreken de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en zijn versierd met uitspringende lagen afwisselend beige en geelgekleurde baksteen.
Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., garage-ingang onder een ondiepe gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. over twee bouwlagen, bekroond door een vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Rondboogdeur met dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. achter een trap afgeboord door cirkelboogvormige muurtjes. Klein zijvenster met uitspringende borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centrale houten dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..