Typologie(ën)

herenhuis
school

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1878

Hector GÉRARDarchitect, landmeter / meetkundig schatter1905-1907

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Sociaal
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 35019
lees meer

Beschrijving

Schoolinstelling die in 1905 werd gevestigd in een in 1878 ontworpen herenhuis in neoclassicistische stijl dat in de loop van de 20e eeuw achteraan en op de aangrenzende percelen werd uitgebreid.

Geschiedenis
Op 02.10.1905 opende het Institut Notre-Dame de Cureghem, dat van de parochie Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis afhing, zijn deuren. Deze instelling voor middelbaar onderwijs voor jongens werd gevestigd in een herenhuis in neoclassicistische stijl dat in 1878 was ontworpen. De achtergebouwen – bureau, stalling en magazijn – werden vervangen door een klasgebouw met drie bouwlagen, loodrecht op de straat en aan die kant geflankeerd door een laag volume gebruikt als refter, het geheel in juli 1905 ontworpen door architect Hector Gérard. Achteraan, driehoekige binnenplaats die het midden van het huizenblok innam. In juni 1907 ontwierp dezelfde architect een uitbreiding van het klasgebouw, loodrecht inspringend en aangevuld met een driehoekig trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., rond een speelplaats met arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. en met een kapel op de eerste verdieping. In datzelfde jaar ontwierp dezelfde Gérard een mansardedak voor het gebouw aan straatzijde; de tweede verdieping en de mansardes bevatten kamers. In 1912 werd een internaat geopend. Geleidelijk breidde het instituut zich uit middels de aankoop van de aangrenzende huizen, waaronder nr. 62, 64 en 68, en nadien nr. 58 en 60 (1948).

Op de achterzijde van het perceel op nr. 68 – een huis in neoclassicistische stijl dat van voor 1881 dateerde – werd in 1922 een volume met een feestzaal gebouwd, dat een jaar later werd verhoogd met een grote kapel en een slaapzaal met 30 bedden. Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de school, in 1930, werd aan de achterzijde van de binnenplaats een volume met invloed van de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. ontworpen. In 1954 breidde de instelling uit tot nr. 151-157 Brogniezstraat, in de voormalige Usine de Ravitaillement Colonial (Ravico). Die bestond uit een huis en een industrieel gebouw, die in 1969 grondig werden verbouwd (n.o.v. architect F. Buelens). In 1955 werden de vensters op de benedenverdieping op nr. 68, die een refter verlichtten, omgebouwd tot deuren, uitgevend op een hal (n.o.v. architect Maurice De Maet) die toegang gaf tot de feestzaal, die in de jaren 1920 werd verbouwd tot bioscoop, de Excelsior. In 1957 verhoogde de architect de verschillende gebouwen gelegen achter nr. 66 en 68 en bracht hij ze samen onder eenzelfde dak. Na 1969 werd de bioscoopzaal opnieuw een gewone feestzaal. In 1976 werd de kapel tot turnzaal getransformeerd. Tussen 1978 en 1984 werden zeven huizen (nr. 52 tot 64) gesloopt en vervangen door een nieuw schoolgebouw in baksteen (n.o.v. architect Emile Verhaegen).

Beschrijving
Op nr. 66, opstand van drie bouwlagen onder een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. uit 1907, en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), symmetrisch op de verdiepingen. Hardstenen benedenverdieping met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Verdiepingen in witsteen versierd met hardsteen. Inrijpoort onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), smalle toegangsdeur op de tweede. Op de verdiepingen, middentraveeën in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met doorlopende  balkons met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Drie houten dakkapellen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Kroonlijst en toegangsdeur bewaard.
Interieur. Oorspronkelijke inrichting, in eclectische stijl met invloed van de Lodewijk XVI-stijl: smal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., vertrekken op de twee verdiepingen met marmeren schoorsteen en gestucte plafonds.

Op nr. 68, opstand met symmetrische compositie. Balkon en Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de eerste verdieping verwijderd in 1954 toen de muuropeningen van de benedenverdieping door drie deuren werden vervangen. Oorspronkelijke kroonlijst.
Interieur. Decors analoog aan die op nr. 66, maar eenvoudiger in het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en de vertrekken op de eerste verdieping.

Van de uitbreiding van het klasgebouw uit 1907 zijn de vier arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. van de benedenverdieping bewaard en in nieuw metselwerk ingewerkt. Ze zijn korfboogvormig en rusten op hardstenen zuilen met Toscaans kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. In de klaslokalen zijn de vloerbetegeling en de estrade oorspronkelijk. De betonnen trappen uit de jaren 1930 zijn opnieuw bekleed met granito en voorzien van sobere metalen leuningen: een trap met driehoekige plattegrond in de zuidelijke speelplaats, in de zuidwestelijke hoek van het complex, een tweede trap in het midden van de vleugel uit 1905, ter vervanging van de oorspronkelijke houten trap.

Achteraan op nr. 68, toegankelijk via een houten trap in eclectische stijl met een complexe vorm, kapel uit 1923 (vandaag turnzaal), aan de westkant verlicht door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die vroeger met glas-in-loodramen waren versierd. Een bewaard gebleven tribune is toegankelijk via een eikenhouten trap uit de jaren 1930, in art-decostijl. In de feestzaal zijn de zetels uit de jaren 1950-1960 bewaard.

Volume uit 1930 met structuur van gewapend beton, gevormd door een speelplaats met arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. waarin zich de sanitaire ruimten bevinden, en een verdieping met twee klaslokalen, vanuit de speelplaats toegankelijk via een open trapdeel. Symmetrische opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Arcades met geometrische pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., met uitsprongen. Gecementeerde verdieping met drie paren steekboogvensters, gescandeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op een brede uitkraging; de bredere centrale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. worden bekroond door een gewelfd fronton met daarop, in cement, de jaartallen “1905” en “1930”, en het opschrift “AVE MARIA”. Centrale sokkel in lampetvorm, vroeger met Mariabeeld. Raamwerk vervangen.

Aan de Brogniezstraat ligt langs de dwarsgelegen vleugel nog altijd een grote speelplaats met metalen gebinte.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 1573 (04.07.1878), 10531 (20.10.1905), 11493 (01.10.1907), 11503 (08.10.1907), 36936 (01.02.1955), 38637 (18.02.1958), 45316 (05.09.1978), 45768 (16.03.1982); Brogniezstraat 151-157: 43567 (16.01.1969).
Archief van het Institut Notre-Dame. 

Publicaties en studies
Institut Notre-Dame. Cureghem. 1905-1930, S.A. de Rotogravure d’Art, [1930]. 
Un siècle à Cureghem, 75 ans d’une Ecole. 1905-1980 (tentoonstelling van 29.11 tot 06.12.1980), Institut Notre-Dame, 1980. 

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie, “De Fiennes (rue)”, 1969. 
“Le 75e Anniversaire de l’Institut Notre-Dame, à Cureghem”, Publi Magazine, 35, 03.10.1980. 
“1905-Au service de Cureghem-1980. Institut Notre-Dame. 75ème Anniversaire”, Publi Magazine, 36-37, 10 en 17.10.1980.