Typologie(ën)

cinema/bioscoop
filminfrastructuur
werkplaats (ambachtelijk)

Ontwerper(s)

Léon SMETSarchitect1912

Théodore MENTIONarchitect1924

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
  • Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Sociaal
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36392
lees meer

Beschrijving

Voormalige bioscoopzaal met neoclassicistische inslag, in 1912 ontworpen en verbouwd tot werkplaats in 1923.

Geschiedenis

Het gebouw, gelegen langs de thans drooggelegde bedding van de Kleine Zenne, verving de dierenstallen van G. Prick, die tussen 1909 en 1914 in de Almanachs du Commerce worden vermeld op nr. 21 van de straat. In 1912 liet Arthur Prick door architect Léon Smets een eerste plan opstellen voor de vervanging van de stallen door een spektakelzaal, een plan dat niet werd uitgevoerd. Het was een tweede, niet ondertekend plan uit datzelfde jaar dat zou worden uitgevoerd. De zaal wordt vermeld als Cinéma Concordat in de Almanach van 1914, en dan als Cinéma Concordia in die van 1920. Na een brand in 1922 liet Arthur Prick het gebouw het jaar daarop verbouwen tot een werkplaats met woning.
In 1924 werd het complex ingenomen door de Compagnie Continentale des Fabricants de Sellerie Vélocipédique Réunis. In dat jaar ontwierp architect Théodore Mention rechts van het gebouw een volume met twee analoge maar lagere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gevolgd door een omheiningsmuur in dezelfde stijl. Achter die muur werd een loods met sheddak opgetrokken, n.o.v. architect Paul Bracke, eveneens in 1924. In 1960 overwoog de nieuwe eigenaar, Sogeplast (Société Générale des Matières Plastiques), de volledige herbouw van het gebouw door architect Frank L. Jansen, maar dit plan werd niet uitgevoerd. Het jaar daarop verhoogde dezelfde architect een gebouw gelegen achter de gebouwen uit 1924 en ontwierp hij een magazijn volledig in de lengte aan het linkeruiteinde van het terrein, langs de oude bedding van de Kleine Zenne.

Beschrijving

Oorspronkelijk, spektakelzaal van twee bouwlagen onder plat dak en met een symmetrische opstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale breder. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met imitatievoegen en versierd met hardsteen. Geprofileerde rondboogopeningen op de benedenverdieping, met I-balkIJzeren latei met I-profiel. op de verdieping, onder een rondboogvormige ontlastingsboog met een timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. dat mogelijk met sgraffiti was versierd. Ter hoogte van de timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. vormde de gevel een muurscherm met een centrale gewelfde bekroning. In de twee bouwlagen vormen kordonlijsten die ter hoogte van het impost worden onderbroken een pilasterkapiteel. Ingang in het midden en aan de zijkant.

In 1923 werd de stenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. verhoogd, werd de eerste deur tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwd en werden de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan de linkerkant dichtgemetseld op de verdieping. Misschien in 1924 werd de centrale deur omgevormd tot een terugwijkende trapezoïdale portiek met treden met afgesneden hoeken, onder een impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met waaiervormig traliewerk in het vlak van de gevel. Rechts, analoge toevoegingen uit 1924: twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en een omheiningsmuur met twee vensters gevolgd door een inrijpoort. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping met traliewerk met het monogram “CCS” dat daar door de Compagnie Continentale de Sellerie werd geplaatst. Deur op de vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op latere datum verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In 1966 werd de verdieping tot aan de top van de gevel verhoogd, met verhoging van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., en verwijdering van de gewelfde bekroning. Het meeste schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  is vervangen.

Interieur. Oorspronkelijk, inkomhal over de hele breedte, met centraal loket en laterale houten trappen leidend naar een balkon op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen. In 1923 werd achter de twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts vooraan een woning ingericht. De ruimte van de werkplaats wordt aan de lange zijden begrensd door galerijen. Rechts, volume uit 1924 voorzien van een trap achteraan. Magazijn op de benedenverdieping, kamer, kabinet en werkplaats op de verdieping.


Bronnen

Archieven
GAA/DS 13561 (05.09.1912), 17165 (11.11.1923), 17970 (23.01.1925), 18419 (10.08.1925), 42972bis (1960), 40626 (17.10.1961), 40973 (19.06.1962). 

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 77. 
JACOBS, Th., Cie Continentale de Sellerie, Brusselfabriek-Urban.brussels, 2019. 
LA RETINE DE PLATEAU, Inventaire des salles de cinéma de la Région de Bruxelles, Brussel, 1994, fiche 93. 

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Mégissiers (rue des)”, 1908, 1909, 1914, 1920, 1925.