Typologie(ën)

brouwerij

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1874

Georges STOCKHEMaannemer, architect1938

INCONNU - ONBEKEND1906

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
  • Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Wetenschappelijk
  • Sociaal
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 37051
lees meer

Beschrijving

Bierdepot uit 1874, overgenomen door Maison Cantillon rond 1903, uitgebreid in 1935 en aangevuld met een brouwerij in 1938, en een burgerhuis in eclectische stijl ontworpen in 1906 voor de directeur van het bedrijf.

Geschiedenis
Maison Cantillon-Troch is een in 1900 opgericht familiebedrijf gespecialiseerd in de handel in lambiek, een bier met spontane gisting.
Rond 1903 nam het bedrijf een bestaand bierdepot op nr. 56 over – het gebouw rechts van het huidige nummer – gedateerd “1874” op een gerecupereerde steen die in de onderbouw is ingewerkt. In 1906 liet Paul Cantillon rechts van het bierdepot zijn woning bouwen, op nr. 58, ter vervanging van een bestaand huis. In 1935 breidde Cantillon naar links uit en nam hij een gedeelte in van het houtmagazijn van E.Moucheron. Deze handelaar, wiens in 1875 ontworpen woning er zich tegenover bevond (nr. 57), had in 1876 een groot magazijn ingericht op nr. 54, bestaande uit een lang gebouw aan straatzijde onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met daarachter drie loodrecht ingeplante hangars onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Het rechter uiteinde van het complex werd door Cantillon ingepalm: een deel van het gebouw aan straatzijde en een van de hangars, die door aannemer N. Dubois tot bierdepot werd omgebouwd. Pas in 1938 werd een kleine brouwerij in het complex gevestigd, achter het oude houtmagazijn (n.o.v. architect Georges Stockhem). De brouwinstallaties werden gerecupereerd van Brasserie d’Ouffet. In 1951 tekende architect Isidore Saeys een plan voor de modernisering en harmonisering van de gevels van de twee magazijnen, maar dat werd nooit uitgevoerd. Wellicht ook in die periode werden de gevels met brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. bekleed. In 1977 werden plannen voor de verbouwing van het gebouw opgesteld (n.o.v. architect C. Vanhee) en op 13.04.1978 werd het Brussels Museum van de Geuze gesticht, een museum dat de laatste artisanale lambiekbrouwerij in Brussel wil beschermen en voor het publiek openstellen.

Beschrijving
Op nr. 56, gebouwen die tot respectievelijk 1876 en 1874 teruggaan. Gevels verenigd door een parementGevel- of muurbekleding. van brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel. uit de jaren 1950. Schrijnwerk vervangen.

Links, deel van een oud houtmagazijn omgevormd tot bierdepot in 1935. Gebouw vooraan van één bouwlaag onder mansardedak. Links, twee smalle gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., rechts een brede inrijpoort. Oorspronkelijke kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Twee houten dakkappelen. Achteraan, lang gebouw met wolfeind vooraan. In het verlengde daarvan, volume bestemd voor de brouwerij, minder breed en met drie bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (1938).
Rechts, bierdepot van twee bouwlagen, de eerste verhoogd, en twee gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder een schilddak dat na een instorting in 1984 werd vernieuwd en toen werd voorzien van een platform vooraan en een ander platform op het linker dakvlak. Gevel voorheen in baksteen, versierd met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Twee inrijpoorten.

Interieur.
In het rechtervolume, proefzaal ingericht achter een depot met verhoogde benedenverdieping. Centrale rij gietijzeren pijlers waarop houten balken rusten. Twee rijen houten pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in het linkervolume. Houten gebinte bewaard. Achteraan, brouwerij met de oorspronkelijke installaties.

Op nr. 58, huis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1906. Gevel in witsteen versierd met hardsteen. Onderbouw met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verbouwd tot deur. Muuropeningen onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. of rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Deur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op kussenblokken. Balkons met smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Borstwering verwijderd op de benedenverdieping. Hoofdgestel en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met stenen panelen. Kroonlijst vereenvoudigd. Schrijnwerk vervangen.

Bronnen

Archieven
GAA/DS
 56647 (16.05.1874), 1189 (31.03.1876), 27215 (09.07.1935), 30272 (21.09.1938), 35100 (16.10.1951); 57: 1035 (19.07.1875); 58: 10846 (08.06.1906).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. 
Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 1. 

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Gheude (rue)”, 1878, 1902, 1903.
VAN ROY, J.-P., “Le Musée Bruxellois de la Gueuze”, Les Cahiers de la Fonderie, 8, juni 1990, pp. 50-51.