Tegeltableau in wintertuin, Coenraetsstraat 56, Sint-Gillis, door Franse firma (uit) Sarreguemines, 1906 (foto 2004).
Dakruiter, O.L.-V. van de Rijke Klaren, Rijke Klarenstraat 23, Brussel, toegeschreven aan arch. Lucas Fayd\'herbe, 1665-1680.
Reclamepagina voor sandwichpanelen (Architecture, 27, 1959), Sint-Lazarusplein 1, Sint-Joost-ten-Noode, arch. Claude Laurens, 1957.
Corintisch kapiteel, Beursgebouw, Anspachlaan 80, Brussel, arch. L.P. Suys, 1865 (foto 2005).
Wenteltrap, Zuidstation, Fonsnylaan 47, Sint-Gillis, arch. Adrien Blomme en Fernand Petit, 1958 (foto 2004).

Glossarium

Het glossarium omschrijft en illustreert de meest voorkomende architecturale termen van de inventaris. Sommige termen, voornamelijk technische termen en materialen, kunnen doorheen de website worden gezocht. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld alle beschrijvingen raadplegen waarin het woord 'sgraffiti' voorkomt.
 

Dit glossarium is gebaseerd op het woordgebruik van vorige inventarissen van het Brussels erfgoed en verzekert zo enige eenvormigheid. Voor de termen die niet voorkomen in het glossarium, verwijzen wij de gebruiker graag naar HASLINGHUIS, E.J., JANSE, H., Bouwkundige termen, 5de druk, Primavera Pers, Leiden, 2005.

glossarium

Neogotiek

Historiserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, pun (...)

neopalladiaanse stijl

(...)

Neorenaissance

Architectuurstijl (ca. 1860-1914) die zich inspireert op de renaissance, een kunststroming ontstaan in het Italië van d (...)

Neoromaans

Architectuurrichting (ca. 1850) die zich beroept op voorbeelden uit de romaanse bouwkunst (10e-12e eeuw) . (...)

Neotraditioneel

De neotraditionele bouwstijl inspireert zich op de traditionele architectuur, die men eerder vrij gaat incorporeren in (...)

Neutenpaneel

U-vormig sierpaneel. (...)

Nis, beeldnis

Uitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfron (...)

Nok, nokbedekking

Nok, hoogste punt van iets (nok of top). Nokbedekking, afdekking van de nok. (...)

Obelisk

Monolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt. (...)

Oculus

Klein rond, ovaal of polygonaal venster. (...)

Oeil-de-boeuf

Kleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink. (...)

Ojief

Profiel waarvan de dwarsdoorsnede een in- en uitzwenkende lijn vormt. (...)

Onderbouw

Hoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. (...)

Ontlastingsboog

Boog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. (...)

Oor

Uitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. (...)

Opstand, aanzicht

Bouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak (...)

Ornament

Niet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren. (...)

Pakketbootstijl

Architectuurstijl uit interbellum en geïnspireerd op de gestroomlijnde pakketbootesthetiek (boegvormige volumes, patrij (...)

Palmet

Versiering in de vorm van een palmblad. (...)

Paneel, spiegel

1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Geve (...)

Parement

Gevel- of muurbekleding. (...)

Pijler

1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement m (...)

Pilaar

Vrijstaande ondersteuning van een boog of hoofdgestel in de vorm van een ronde, vierkante of polygonale pijler. (...)

Pilaster

Platte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. (...)

Pinakel

Slanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. (...)

Piron, makelaar

Uitstekende versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten bol of stang ( (...)

Polonceau-spant

Kapspant ontwikkeld door Franse ingenieur Polonceau (1836); opgebouwd uit twee onderspannen driehoekige liggers, verbond (...)

Portaal

1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschu (...)

Portiek

1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangs (...)

Postament

1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonbors (...)

Posten, stijlen

Verticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. (...)

Postmodernisme

Tegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit (...)